Zelfstandigheid.
Autonomie.
Zelfbeschikking.
Onafhankelijkheid.
Dit zijn behoeftes die op heel verschillende manieren voor relatieproblemen kunnen zorgen. Vooral als jij en je partner hier verschillend in staan.
Zo verschillend kun je het bijvoorbeeld ervaren:
- te zelfstandig = dominant en te veel bepalen
- te onzelfstandig = subassertief en te veel aanpassen
- te veel zelfstandigheid = te weinig samen
- te weinig zelfstandigheid = te veel passiviteit
Wat als je bang bent voor zelfstandigheid?
Bang is misschien een groot woord, maar voor velen speelt het in de diepte wel op de een of andere manier. Dat weten we meestal goed weg te stoppen onder eisende heftigheid of zelfverdoving.
Zonder dat we dat doorhebben in het dagelijkse leven.
Als jij hiermee in jouw relatie worstelt dan ben je waarschijnlijk op 2 manieren bang:
- Bang voor de zelfstandigheid (of dominantie…) van jouw partner
- Bang om jouw eigen zelfstandigheid te tonen of te ontwikkelen
Een scheve verdeling van zelfstandigheid in je relatie voelt ongelijkwaardig. Zowel jij als je partner hebben er last van, denk ik zo. En de balans verbeteren of herstellen is helaas niet zo makkelijk.
Om dit op te lossen kiezen de ‘onzelfstandige’ partners vaak voor allerlei trajecten om hun assertiviteit te verbeteren, hun pleasegedrag af te leren en hun grenzen beter te bewaken.
Jij ook?
En?
Heeft het geholpen?
Zijn jullie nu weer in staat om gelijkwaardig en in alle openheid met elkaar te praten? Zonder spanning en angsten? Zonder eisende verwachtingen? Zonder ruzie?
Ik vermoed van niet…
En dat is vanwege een cruciale denkfout die ik velen zie maken.
Namelijk dat je de invloed van jullie dynamiek totaal onderschat.
De zelfstandigheidsproblematiek versterkt zichzelf in de negatieve communicatiecirkel op bijvoorbeeld deze manier:
Hoe meer jouw partner druk uitoefent dat jij meer zelfstandig moet zijn en jou daarbij weleens even zal helpen, hoe minder jij vanuit jezelf je eigen zelfstandigheid kunt ontwikkelen, hoe meer jouw partner weer druk gaat uitoefenen, hoe minder ruimte jij ervaart om zelfstandig te mogen zijn, etc.
Jouw partner doet dan 3 dingen ‘verkeerd’:
- Monitoren, checken of controleren: erbovenop zitten (met een oordeel…) hoe jij je wel of niet zelfstandig gedraagt.
- Druk uitoefenen: dwingende aanwijzingen geven hoe jij ermee om ‘moet ‘ gaan.
- Helpen: alle goede bedoelingen ten spijt, maar te veel helpen door iets over te nemen of steeds oplossingen aan te reiken werkt averechts.
Je ziet misschien al wat er mis gaat als jij protesteert tegen dit helpen van jouw (te) zelfstandige partner: ruzie en uitbarstingen.
Om die zelfstandigheidsproblematiek in je relatie op te lossen heb je jouw partner dus ook nodig. Je hebt samen je aandeel in die scheve balans en het meest effectief is het om die ook samen te herstellen.
Waarom samen doen?
Ik noem je hier 3 belangrijke redenen.
- Wat te veel of te weinig zelfstandig is, is heel subjectief. Gezond onzelfstandig is hetzelfde als gezond zelfstandig. En jullie bepalen zelf wat voor jullie allebei gezond is. Deze norm kun je alleen maar samen ontwikkelen.
- De ‘onzelfstandige’ partner kan een rugzakje uit het verleden hebben dat nog steeds behoorlijk doorwerkt. Dit rugzakje vult zich alleen maar met meer ballast als je daar als ‘zelfstandige’ partner ‘verkeerd’ mee omgaat.
- Partners hebben vaak helemaal niet door hoe ze elkaars verborgen angsten triggeren. Hierdoor wordt de balans alleen maar schever in plaats van beter.
In de buitenwereld kun je dus (inmiddels) hartstikke zelfstandig en assertief zijn, maar bij je eigen partner valt dit helemaal weg. Kun je zelfs bang zijn voor zelfstandigheid.
De crux is emotionele veiligheid.
Je kunt allebei nog zoveel aan persoonlijke ontwikkeling doen richting assertiviteit en controle loslaten, als er in de diepte onveiligheid tussen jullie speelt dan zet het weinig zoden aan de dijk.
Want emotionele veiligheid is nog altijd het beste medicijn tegen angst. Het maffe hiervan is dat veiligheid maakt dat je uiteindelijk onveilige of onzekere situaties kunt verdragen, en soms zelfs leuk vindt.
Zelfstandigheid en veiligheid hebben dus een directe relatie met elkaar. Hoe veiliger je je voelt, hoe zelfstandiger je kunt zijn. En hoe meer je emotionele risico’s durft te nemen.
Het rugzakje van jouw opvoeding
Het zou dus kunnen dat jij als partner al onzelfstandig door jouw ouders bent opgevoed. Dan is het helemaal een conditionering die diep verankerd kan zijn.
Ontwikkelingspsycholoog Steven Pont geeft opvoedingstips en deze zijn ook heel mooi te vertalen naar je volwassen relatie. Die geef ik je zo. Eerst even een paar wetenschappelijk onderzochte punten over zelfstandigheid bij kinderen op een rijtje:
- Ouderlijke bemoeienis is uiteraard essentieel voor de ontwikkeling van het kind, maar als ouders te veel bepalen doet dat geen goed.
- Jonge kinderen waarvan de ouders te dicht op hen zitten, hebben later meer last van onzekerheid, depressie en angst.
- Kinderen moeten ervaringen op kunnen doen die net buiten hun bereik liggen.
- Ouders die te lang voorop blijven lopen door van alles voor het kind te regelen, het voor van alles te behoeden en het te weinig zijn eigen gang te laten gaan, verstoren zijn ontwikkeling.
- Ouders schenken het kind geen vertrouwen door voorop te lopen. Terwijl dat wel nodig is om zelfvertrouwen te ontwikkelen.
Had jij als (te) onzelfstandige partner opvoeders die te regelend en te beschermend waren voor jou? Dan kan je er samen met je partner extra rekening mee houden.
Verder zie je vast de parallellen met de volwassen dynamiek tussen jou en je partner. Vervang ‘bepalende ouder’ maar door ‘bepalende, zelfstandige partner’ en vervang ‘kind’ maar door ‘onzelfstandige partner’.
Dan kom je uit op die drietrapsraket van monitoren, druk uitoefenen en helpen.
Toch wat praktische tips om zelfstandigheid te stimuleren
Wanneer er ook een diepere onveiligheid speelt in jullie zelfstandigheidsdynamiek dan werken vaardigheidstips slechts marginaal.
Maar hier zijn in elk geval de opvoedtips van Steven Pont vertaald naar jou en je partner als volwassenen:
- Laat jouw partner zelf dingen uitproberen, ook als jij ze sneller of beter kunt.
- Waardeer het als je partner iets geprobeerd heeft, ook al is het misgegaan. Ook dan heeft je partner immers iets geleerd.
- Geef geen ongevraagde hulp of advies. Vraag eerst of je partner jouw hulp op prijs stelt of dat hij of zij het liever eerst zelf probeert.
- Gun je partner experimenteerruimte. Creëer (samen) ruimte of (gespreks)situaties waarin dat mogelijk is.
- Gun het je partner om ‘vies’ te mogen worden. Van zelfstandig experimenteren kun je nu eenmaal ‘vies’ worden. Tot op zekere hoogte dan hè;)
Hier kun je eventueel verder lezen over hoe vechten voor zelfstandigheid je relatie niet verder helpt.