Ben jij niet zo’n prater?
En vind je het helemaal lastig als het om je gevoelens gaat?
Balen hè?
Dat de moderne intimiteit van ons mensen vraagt dat we in onze relatie diepgaand met elkaar moeten kunnen praten… En nog meer balen als je een partner hebt die erop staat om over gevoelens te praten, maar die dat zo eisend vraagt dat jij:
- Je steeds weer in een hoek gedrukt voelt omdat je partner op elk argument van jou toch weer een argument heeft.
- Nog meer dichtklapt en nog minder uit je woorden komt dan gewoonlijk.
- Geen ruimte ervaart om überhaupt te leren bij je gevoel te komen, laat staan erover praten.
- Niet durft te zeggen dat je er op zo’n manier geen zin in hebt en ook niet durft te zeggen dat je niet weet hoe het anders zou kunnen.
- Je steeds in allerlei bochten wringt om aan je partner tegemoet te komen, terwijl je ondertussen jezelf kwijtraakt.
Misschien heb je gewoonlijk, op je werk of met anderen helemaal niet zo’n moeite met praten. Zelfs niet als je commentaar krijgt. Maar van je eigen partner is het anders nietwaar?
Dan staat er veel meer op het spel.
Je kunt de deur niet achter je dichtdoen en je kunt niet in je eentje bepalen hoe je in jullie relatie een intieme band bouwt en onderhoudt. Samen communiceren is en blijft een randvoorwaarde voor intimiteit.
Maar… is praten hetzelfde als communiceren?
Jaren geleden werkte ik veel samen met een collega. Zij vertelde me dat zij en haar man nooit echt praten. Ik vroeg stomverbaasd: ‘Echt nooit?’
‘Nee nooit’, zei ze. En ze keek er heel open en positief bij.
Inmiddels wist ik dat zij al meer dan 20 of 25 jaar bij elkaar waren. Natuurlijk hadden zij ook hun strubbelingen, maar ze waren gelukkig met elkaar.
Hoe is dat nou mogelijk, dacht ik.
Tot me op een gegeven moment iets opviel in haar belgedrag. In onze vele steeds vertrouwelijkere overlegmomenten nam ze zelden de bellende telefoon op. Behalve als het haar man was.
Ook nam ze heel frequent de tijd om hem op een bepaald tijdstip even te bellen. Wat bleek? Zij wist op voor hem spannende, belangrijke momenten precies wanneer hij bereikbaar was om even te vragen hoe het was gegaan.
Nu moet je weten dat hij directeur-eigenaar van een groot internationaal bedrijf was. Niet iemand die je zomaar aan de telefoon krijgt. Maar voor dit koppel had een telefoontje van elkaar prioriteit.
- Zij wisten van elkaars dagelijkse belangrijke afspraken en belevenissen.
- Ze stelden zich actief in verbinding met elkaar om de uitkomsten te delen.
- Ze leefden met elkaar mee, maar ze praatten niet over gevoelens.
- Ze bespraken geen strategieën, maar hoorden die wel gewoon aan van elkaar.
- Ze bemoeiden zich niet met hoe de ander de dingen aan zou kunnen aanpakken.
- Ze waren ‘altijd’ bereikbaar voor elkaar ondanks zeer drukke agenda’s.
Vind je dit intieme verbondenheid?
Ik las laatst een casus van twee partners die elkaars taal (nog) niet spraken. Zij moesten andere manieren vinden om elkaar duidelijk te maken hoe dol ze waren op elkaar.
Die vonden ze door voor elkaar te koken, elkaar in bad te doen, elkaars haren te wassen, elkaar mooie plekjes in de stad te laten zien en meer van dat soort dingen.
Het is niet zo dat we niet communiceerden, we praatten alleen niet.
Dat is wat hij zei. Wel mooi hè? Dit koppel heeft een hechte, vertrouwelijke band opgebouwd door jarenlang van alles samen te doen en samen mee te maken.
De belangrijkste les van dit alles is vooral dat het gesproken woord niet perse de kracht van jullie intimiteit hoeft te bepalen. Dit zijn ook manieren om een hechte band te scheppen:
- Attent zijn voor elkaar
- Klusjes doen voor elkaar
- Samen dingen doen en meemaken
- Knuffelen en vrijen
- Samenzweerderige knipoogjes of lachjes
Vroeger was er veel minder een praatcultuur dan nu. Vergelijk maar met de generatie van je ouders of grootouders. Zij hadden net zo goed vertrouwde en veilige intimiteit, ook al waren er minder gesprekken.
Tegenwoordig is intimiteit niet meer een diep besef van vertrouwdheid dat zich door de jaren heen ontwikkelt en door stilte geëerd kan worden. In plaats daarvan zien we intimiteit als een redenerend proces waarin we onszelf openlijk tonen en de meest persoonlijke, diepe gevoelens gelijkwaardig uitwisselen.
Dat is natuurlijk niet verkeerd.
Alleen vergeten we dan wel dat er nog andere manieren zijn, die ook niet verkeerd zijn. Wat hierbij nogal eens het onderspit delft is ons lichaam. Want je ziet wel deze tweedeling:
- Geestelijke intimiteit: die creëren we middels geestelijke communicatie. Je voelt je emotioneel geborgen bij fijne gesprekken.
- Lichamelijke intimiteit: die creëren we middels lichamelijke communicatie. Je voelt je emotioneel geborgen bij fijne seks.
Is het een beter dan het ander?
Voorstanders van geestelijke intimiteit vinden het dikwijls moeilijk om in die andere lichamelijke taal de verbondenheid te herkennen. En andersom.
Als niet-prater ervaar je jouw lichaam misschien wel als de enige taal voor intiem contact. Door seks kun jij wellicht het genot van verbondenheid voelen zonder dat je dat moeilijk hoeft te uiten in woorden.
Pleidooi voor allebei
In de praktijk is het zo dat een veilige geestelijke verbondenheid en een veilige lichamelijke verbondenheid elkaar versterken. Samen zijn ze een sterk duo.
Seks zorgt voor allerlei hormonale stofjes waardoor je je verbonden voelt en je je geestelijk makkelijker openstelt. Een intiem gesprek waarin je gezien en gesteund wordt, doet dat ook. Waardoor je je weer lichamelijk makkelijker openstelt.
Al met al is het niet de vraag welke ingang je kiest, maar DAT je een ingang kiest. Daarnaast is het voelen van je gevoel en ernaar handelen misschien wel meer waard dan het praten over je gevoel… Het doel heiligt meerdere middelen.