Voel jij je vaak onder druk staan van jouw partner om van alles te moeten?
Zou het kunnen dat je opmerkingen van jouw partner hinderlijk vindt omdat je ergens in jezelf een ‘moeten’ ervaart?
Bij ons thuis gebeurt het wel dat ik iets zeg van:
“De bladeren moeten hoognodig weggeveegd worden…”
Mijn partner kan dan wat geïrriteerd reageren met:
“Dat valt wel mee, het is helemaal niet erg nu, je hoeft je hier echt niet druk om te maken.”
Voor ik het weet zou ik door deze reactie uit mijn slof kunnen schieten. In plaats daarvan bedenk ik me wat anders. Wat maakt dat mijn partner dit zegt? Wat maakt dat hij het -in mijn ogen- bagatelliseert?
Als ik het check blijkt het om een ‘moeten’ te gaan bij hem.
Hij ervaart mijn opmerking als een appèl om vandaag nog de bladeren weg te vegen. Hij weet dat ik geen tijd heb. Maar hij wil er zelf ook geen tijd voor maken. Dan zijn er namelijk andere dingen waar hij niet aan toe komt. Dit is de onbewuste spagaat die velen in soortgelijke situaties voelen:
- Kiezen voor dat van jezelf levert een schuldgevoel op
- Kiezen voor dat van je partner levert onvrede voor jezelf op
. Het vermeende ‘moeten’ in combinatie met de spagaat zorgt er onbewust voor dat je gaat:
- Trekken in de vorm van vechten en overcompenseren met bijvoorbeeld boosheid, stelligheid of irritatie.
- Of terugtrekken in de vorm van vluchten en vermijden met bijvoorbeeld zelfverdediging, dichtklappen of overal mee in stemmen.
‘Moeten’ zorgt daarmee voor verwijdering.
Soms heel duidelijk, maar vaker nog heel subtiel. Er zijn allerlei ‘moetens’ waarvan we niet doorhebben hoezeer ze ons belemmeren om emotioneel aanwezig te zijn. Zoals deze:
- Ik moet rekening met jou houden
- Ik moet vertellen wat ik ervan vind
- Ik moet me inhouden
- Ik moet kritiek niet als kritiek opvatten
- Ik moet mijn gevoelens kunnen vertellen
- Ik moet jouw behoeften vervullen
- Ik moet geïnteresseerde vragen stellen
- Ik moet luisteren
- Ik moet gelukkig zijn
Als je dit herkent, dan vraag ik je: van wie moet jij dit allemaal?
Van jouw partner?
Beeld je eens in hoe het is als je partner dit tegen jou zegt:
- Kun je dan geen rekening met mij houden?! (Jij moet rekening met mij houden)
- Zeg nou eens wat jij ervan vindt! (Jij moet vertellen wat je ervan vindt)
- Doe toch rustig! (Jij moet je inhouden)
- Jij vat altijd alles zo persoonlijk op! (Jij moet ‘kritiek’ niet als kritiek opvatten)
- Wat voel jij dan? (Jij moet je gevoelens kunnen vertellen)
- Ik wil … ! (Jij moet mijn behoeften vervullen)
- Jij vraagt nooit hoe mijn dag was! (Jij moet interesse tonen)
- Je luistert niet naar me! (Jij moet luisteren)
- Kijk toch wat we allemaal hebben! Een fijn huis, fijne kinderen, fijn werk, geld genoeg en een fijne relatie! (Jij moet gelukkig zijn)
Zou het kunnen dat je denkt dat je ‘het’ van je partner moet en dat je jouw partner gelooft?
Wordt het ‘moeten’ van jouw partner jouw ‘moeten’?
Triggert jouw partner oude ‘moetens’ in jou waardoor je denkt dat het nog steeds moet?
Moeten is ergens ook wel heel makkelijk
Als je je overgeeft aan de regels en eisen van jezelf of je partner, hoef je geen discussies aan te gaan over wat je werkelijk wil. Hoef je geen moeilijke of pijnlijke veranderingen door te voeren.
Dit zijn echter voordelen die tot vermijden leiden
Je vermijdt gedoe, ruzie, teleurstellingen en afwijzingen. Maar ondertussen leef je niet naar wat je wel wilt. Weet je misschien zelfs niet eens meer wat je zelf wilt.
Hier zijn 5 tips om ermee aan de slag te gaan. Dat je (weer) weet wat je wilt en dat zonder angst tegen je partner kunt zeggen, is een belangrijke stap op weg naar herstel van jullie verbondenheid.
1. Leer je eigen ‘moetens’ kennen. Houd allebei dagelijks eens bij welke ‘moetens’ je hebt. Schrijf dat bijvoorbeeld elke dag op gedurende een week. Na iedere onplezierige discussie tussen jullie of ieder moment dat je je niet zo lekker voelt.
2. Oefen door ‘moeten’ voor ‘mogen’ te vervangen. Bijvoorbeeld: ik mag rekening met jou houden. Of: ik mag fouten maken. Of: ik mag er zijn met mijn behoeften. Pas als je werkelijk weet dat je dingen mag, ontstaat er ruimte voor weten wat je wilt.
3. Sta elkaar toe elkaar te helpen. Als je jouw partner een ‘moeten’ hoort gebruiken, help hem of haar dan door iets te zeggen als: “Je moet het niet, maar je mag het!” Ben hierbij beducht op woorden die impliciet een ‘moeten’ bevatten zoals:
- Het hoort zo dat…
- Het is de norm dat…
- Het is heel normaal dat…
- Anderen doen dat ook zo…
- Ik mag niet … of jij mag niet…
4. Stel geen schuldvraag. Het is niet relevant of het moeten van jou of van jouw partner komt. Het effect is hetzelfde. In beginsel is het vooral belangrijk dat je het leert herkennen en dat je het zonder angst naar ‘vrije beschikking’ kunt ombuigen. Later is er altijd nog tijd om te onderzoeken waar het vandaan komt en waarom het zo heftig bij jou of jullie doorwerkt.
5. Pas op voor overcompenseren. Ik zie partners van ‘jezelf onderwerpen aan het moeten’ nog wel eens doorschieten naar overcompenseren. Als je heel stellig doorschiet van “ik moet niks” naar “ik wil” dan is het nog net zo goed een moeten. Iets perse willen is namelijk net zo goed moeten. Iets mogen geeft veel meer ruimte, en daarmee laat je jouw partner ook meer in zijn of haar waarde.