Heb je uitgebreid met je partner besproken hoe jullie voortaan met elkaar zullen communiceren, gaat het weer mis. Of het zakt weer weg na verloop van tijd.
En als je elkaar er dan op aanspreekt kom je in zo’n vervelende negatieve communicatiecirkel terecht:
Nou doe je het weer, ik vind dit niet leuk!
Dit hadden we toch niet afgesproken!
Vertel mij dan wat ik moet doen!
Maar dat heb ik toch al zo vaak verteld!
Misschien begrijp je er helemaal niks van waarom afgesproken dingen toch steeds weer mis gaan. Dit kan op vele gebieden spelen, maar de onderlinge communicatie is toch wel een van de lastigste.
Vanuit 4 invalshoeken kan het misgaan:
1. Kennis en inzicht
Weet je hoe het moet?
Ken je de onvermoede emotionele drijfveren?
Heb je de juiste hechtingsbehoeften in beeld?
2. Vaardigheden
Kun je empatisch communiceren?
Kun je een luisterend oor zijn zonder oplossingen te geven?
Kun je de juiste vragen stellen om de juiste behoeften naar boven te halen?
3. Motivatie
Is er werkelijk draagvlak voor de gemaakte afspraken?
Ben je bereid om emotionele risico’s te nemen?
Durf je nee tegen je partner te zeggen zonder contact te verliezen?
4. Persoon
Heb je bepaalde karaktertrekken die je niet wenst te onderdrukken?
Heb je een onveilige hechtingsstijl die jullie harmonieuze communicatie in de weg staat?
Zijn er omstandigheden waardoor je jouw capaciteit niet ten volle kunt benutten?
En… hebben jullie misschien ieder een verschillende leerstijl?
Wanneer je overlegt met elkaar welke verbeteringen jullie in de communicatie of de relatie willen doorvoeren, dan ga je als het goed is nieuwe dingen doen. Dat brengt automatisch met zich mee dat je gaat leren. Je leert bijvoorbeeld nieuwe gewoonten of een nieuwe aanpak.
Wist je dat er heel verschillende manieren van dagelijks leren bestaan waar je elkaar behoorlijk mee in de weg kunt zitten?
Toen ik mijn oude trainingsmateriaal bekeek, kwam ik ze weer tegen: de leerstijlen van David Kolb. Handig om daar wat meer over te weten. Ondanks de valkuilen bieden ze inzicht in de verschillen hoe je iets leert. Of beter gezegd: op welk moment je bij voorkeur in de leercirkel stapt.
Leerfasen
De leercirkel omvat een proces met 4 leerfasen:
- Ervaren: je doet een ervaring op.
- Reflecteren: je denkt na over die ervaring en komt tot een oordeel.
- Begripsvorming: je wisselt jouw ervaring uit en vergelijkt. Of je zoekt informatie elders op. Je verwerft kennis en inzicht.
- Uitproberen: met je nieuwe kennis ga je experimenteren en weer nieuwe ervaringen opdoen.
Aan deze fasen kun je precies zien waarom het niet werkt om elkaar te vertellen hoe iets moet en dat voortaan zo af te spreken. Je benut dan alleen de 3e leerfase terwijl voor het leerproces elke fase belangrijk is.
Het moment waarop je bij voorkeur in de leercirkel stapt verschilt per persoon. De ene partner wil dingen het liefst gelijk doen, de andere partner wil eerst horen of lezen hoe het moet.
Denk bijvoorbeeld aan de handleiding van een nieuwe TV. Sommigen zetten het ding gewoon aan en kijken wat ze tegenkomen. Komen ze er niet uit dan pakken ze de handleiding erbij. Of roepen zij hun partner erbij ;)
Anderen willen de handleiding eerst zorgvuldig lezen om vervolgens tot actie over te gaan. Je kunt erover twisten welke manier in welke situatie het meest efficiënt is, maar in principe kom je tot hetzelfde eindresultaat.
Zo werkt het met leren communiceren ook. Positieve emotionele ervaringen heb je in het leerproces allebei nodig om negatieve cirkels te doorbreken.
Leerstijlen
Kolb is beroemd geworden met zijn 4 leertypes met elk hun eigen leerstijl:
Type 1: De beschouwer
De beschouwer leert vooral van ervaringen en het overdenken ervan. Partners met deze stijl willen bekijken, voorbeelden zien en vervolgens nadenken over wat ze gezien hebben. De grote kracht van de beschouwer ligt in zijn/haar voorstellingsvermogen. De beschouwer bekijkt situaties vanuit verschillende gezichtspunten en legt verbanden tussen verschillende dingen die hij/zij heeft gezien.
Leerbehoeften van de beschouwer:
- Ruimte voor (het uiten van) ervaringen en gevoelens.
- Tijd voor beschouwing en verwerking van waarnemingen en indrukken.
- Gelegenheid om de ander te leren kennen.
- Verschillende visies en opinies om te vergelijken.
- Een veilige, niet bedreigende benadering.
- Visuele presentatie van leerstof.
Allergieën van de beschouwer:
- Kant en klare instructies krijgen hoe iets moet worden gedaan.
- Oppervlakkig werk moeten doen.
- Zonder voorbereiding in situaties worden geplaatst.
- Nieuwe dingen onder tijdsdruk moeten uitvoeren.
Type 2: De denker
Een partner met de leerstijl van de denker leert vooral door dingen te overdenken en verbanden te leggen. Denkers willen iets eerst theoretisch begrijpen, ze willen precies weten hoe iets in elkaar steekt. Wat overigens niet betekent dat zij niet praktisch zouden zijn. Zij willen alleen vooral zelf dingen uitpluizen.
Leerbehoeften van de denker:
- Duidelijke doelen en een heldere structuur.
- Gelegenheid voor het stellen van vragen naar achtergronden.
- Complexe ideeën en vraagstukken als een uitdaging om ze te begrijpen.
- Orde en rust om na te denken.
- Tijd en hulp om observaties een plaats te geven in eigen theorieën.
- Begrippenkaders.
Allergieën van de denker:
- Plotseling iets nieuws of anders moeten doen zonder het doel te weten.
- Gevraagd worden iets te doen of te beslissen zonder enige basis.
- Een onderwerp als banaal of oppervlakkig ervaren.
- Betwijfelen of de aanpak van wel correct is.
Type 3: De beslisser
De beslisser wil eerst iets in theorie uitgelegd krijgen. Daarna volgt de toepassing in de praktijk.
Leerbehoeften van de beslisser:
- Wil de rode draad in een verhaal kunnen ontdekken en vasthouden.
- De mogelijkheid om zelf conclusies te trekken.
- Een duidelijke relatie tussen de nieuwe dingen en problemen in de praktijk.
- Technieken en aanwijzingen gepresenteerd krijgen om problemen zelfstandig op te lossen.
- Deskundigen als rolmodel.
- Gelegenheid tot experimenteren met zelfbedachte oplossingen.
Allergieën van de beslisser:
- Praktisch nut van leren of de nieuwe aanpak niet kunnen zien.
- Geen voordeel ervaren aan de leeractiviteit of de nieuwe aanpak.
- Geen duidelijke handleiding of plan aanwezig.
- Obstakels ervaren op verschillende gebieden voor de praktische toepassing.
Type 4: De doener
Doeners leren vooral door dingen zelf uit te proberen en door ervaringen. Zij leren door te doen, te struikelen en te verbeteren. Zij willen graag nieuwe dingen uitproberen. Aan (vooraf) nadenken besteden ze niet veel tijd. Al werkend lossen ze vragen en problemen op.
Leerbehoeften van de doener:
- Uitdagende situaties die om keuzes vragen.
- Afwisseling.
- Ruimte voor humor, plezier en ontspanning.
- Feedback op eigen actie krijgen.
- Gelegenheid en vrijheid om snel te reageren.
Allergieën van de doener:
- Een passieve rol krijgen zoals waarnemen en luisteren.
- Niet betrokken worden maar moeten wachten.
- Verklaringen die als theoretisch beschouwd worden.
- Nauwkeurig instructies moeten opvolgen zonder zelf iets in te kunnen inbrengen.
En? Herken je jouw partner en jezelf in een type? Als het erg verschillend is, kun je je dan voorstellen dat jullie botsen in het dagelijkse leven?
Staar je overigens niet blind op deze leerstijlen en types. Het is vooral handig om inzicht te krijgen in verschillen en te beseffen dat jouw stijl niet beter is dan die dan je partner. Of andersom. Het is gewoon anders.
In het beter leren communiceren met elkaar is het vooral belangrijk dat je je bewust bent van de 4 leerfasen. Iedereen doorloopt ze idealiter, ook al stap je op verschillende momenten in de leercirkel.
Leervoorkeuren
Manon Ruijters mist de leercontext in de leerstijlen van Kolb. Zij ontwikkelde deze 5 leervoorkeuren:
1. Kunst afkijken: je observeert het liefste hoe je partner het doet en je past vervolgens toe wat je er bruikbaar van vindt.
2. Participeren: je brainstormt het liefst met je partner. Je partners ideeën voeden jouw leerproces. Je doet het samen.
3. Kennis verwerven: je wilt het liefst een expert inschakelen zodat je daarvan leert. Dat kan ook via boeken.
4. Oefenen: je wilt graag zelf oefenen met nieuwe inzichten in een veilige omgeving. Fouten maken mag, daar leer je juist van.
5. Ontdekken: je leert het liefst door gewoon te leven. Leven en leren horen bij elkaar. Je zoekt hierin het liefst je eigen weg.
Wat wanneer het meest effectief is, is nog een heel andere vraag. Daar kom ik in een ander blogartikel nog eens op terug. Voor hier zijn er in ieder geval de navolgende twee valkuilen om rekening mee te houden.
Valkuilen
Dit zijn 2 grote valkuilen van het denken in stijlen of types:
Valkuil 1: Leerstijlen en leervoorkeuren heilig verklaren.
Ieder je leerstijl of –voorkeur kennen en respecteren wil niet zeggen dat het vaststaat. Zo ben ik nou eenmaal zou dan een zwak excuus kunnen zijn. Je beperkt zo je keuzevrijheid en je leervermogen.
Daarnaast heb je een leerstijl, je bent het niet. Je kunt dus een 1e voorkeur hebben maar dat wil niet zeggen dat je de andere stijlen of voorkeuren niet kunt toepassen.
Valkuil 2: Emotionele drijfveren en werkelijke behoeften niet kennen of herkennen op het moment dat het erom spant.
Veel koppels die bij mij komen spitsen het leren communiceren toe op kennis en vaardigheden. Je kunt echter nog zoveel kennis en vaardigheid hebben, als motivatie en persoon in jou of je partner niet meedoen dan heb je daar weinig aan.
Conclusie
Mochten jullie veel negatieve communicatiecirkels hebben over manieren waarop je communiceert of iets aanpakt? Dan zou het wel eens kunnen dat je ieder een eigen 1e leervoorkeur of leerstijl hebt.
Met als gevolg dat je elkaar steeds oplossingen en adviezen geeft die:
- de plank voor jou misslaan.
- op jou als instructies of bevelen overkomen.
- alle ruimte voor jou wegnemen om iets op je eigen manier aan te pakken of te leren.
Je kunt dus ieder je eigen aanpak hebben om te leren omgaan met elkaar, en anderen zoals bijvoorbeeld jullie kinderen. De ene aanpak is niet beter dan de andere in absolute zin, maar wel in contextuele zin voor jou persoonlijk.
Elkaars leerstijl en leervoorkeuren kennen heeft het voordeel dat:
- je meer begrip en verdraagzaamheid hebt voor elkaars andere manier van aanpakken.
- je beter op elkaar kunt aansluiten wanneer je samen praat over een nieuwe aanpak.
- je makkelijker kunt kiezen om ook eens mee te gaan in de aanpak van je partner om het uit te proberen.
- je beter begrijpt waarom het maken van afspraken over een aanpak niet altijd werkt.
Al met al kan jullie motivatie om het echt goed en fijn te doen met elkaar heel oprecht zijn, maar zijn er een aantal spelbrekers die je misschien anders doen vermoeden. Je denkt dat je partner onwillig is en afspraken niet nakomt, terwijl er iets heel anders aan de hand kan zijn…