Wij ‘grote’ mensen maken een grote vergissing. Wij denken dat alleen kinderen zich veilig moeten hechten om gezond te leven en op te groeien. Alleen kinderen gaan huilen en schreeuwen als ze ‘vallen’ en geen aandacht en troost krijgen, toch?
Maar wat blijkt? De hechtingstheorie is ook op ons volwassenen van toepassing. Honderden onderzoeken van psychologen als Bowlby, Shaver, Hazan, Mikulincer en Johnson in de afgelopen jaren bevestigen dit.
Hechting is een oercode. Als volwassen mens hebben wij het in ons hele leven nodig om ons veilig te verbinden met een of meer dierbaren. En op de 1e plaats staat hierin meestal onze liefdespartner. Intermenselijke verbinding en geborgenheid zijn een primaire behoefte. En als dit de definitie van liefde is, dan hebben we liefde even hard nodig als zuurstof, eten en drinken.
Niet iedereen erkent dit. Of het wordt grof onderschat. Dat je ‘erbij wil horen’ zorgt in het algemeen voor heel wat emotionele dilemma’s: pas je je aan om afwijzing te voorkomen of kom je voor jezelf op? Juist in onze liefdesrelatie staat er veel meer op het spel. De meeste relatieworstelingen komen in de basis voort uit:
- de oerangst om de hechting met je partner te verliezen
- onwetendheid dat deze oerangst vaak onbewust als een automatische inwendige alarmklok gaat loeien, zelfs bij schijnbaar kleine dingen
- het onderdrukken of wegwuiven van deze oerangst omdat de hechtingsbehoefte als ongezond afhankelijk en ongewenst wordt gezien.
Onze Westerse cultuur werkt hierin ook niet echt mee. Economische onafhankelijkheid en individualisme zijn weliswaar terecht een groot goed in onze samenleving, maar het stimuleert ook eerder concurrentie dan verbondenheid. Terwijl we juist in onze liefdesrelaties verbondenheid willen. Op hun sterfbed zullen de meeste mensen de kwaliteit van hun relaties het belangrijkst vinden, niet hun bereikte status.
Verwijten, klachten, terugtrekken, vijanddenken en touwtrekkerij om ruimte in relaties zijn vaak niets anders dan paniekreacties, bedoeld om de hechting met elkaar te herstellen. Hoe heftiger de paniekreacties, hoe groter de oerangst voor verlies. Deze oerangst als zodanig is dus volstrekt normaal. Het zit in onze genen net als het beschermingsinstinct dat opspeelt als jouw kind iets wordt aangedaan. Ervaringen en ons temperament bepalen uiteraard ook de heftigheid ervan. Maar dat is weer een ander verhaal, voor een volgende keer.
De hechtingstheorie stelt dus dat onze behoefte aan emotionele verbondenheid met anderen een absolute is. Een gezonde emotionele afhankelijkheid is daarmee de kern van de liefde. En dit levert de veiligheid op om het leven frank en vrij tegemoet te treden, om controle los te laten en om elkaar naar behoefte vrij te laten.
Hoe kun je de oercode van hechting kraken?
Het is essentieel dat je ziet en erkent dat deze volwassen hechtingsbehoefte bestaat en gezond is. Er is niks mis met jou of jouw partner wanneer je steeds weer in dezelfde negatieve discussies gevangen raakt. Of wanneer je je moedeloos voelt wanneer je er maar niet uitkomt met elkaar. Harde communicatie is vaak niets anders dan een angstsignalen om de hechting met elkaar te verliezen.
Een gevoel van veilige verbinding tussen liefhebbende partners is de sleutel tot een gezonde, harmonieuze relatie. Het is zelfs zo dat deze volwassen veilige verbondenheid onze zelfstandigheid versterkt. Hoe meer we de hechtingsbehoefte van onze partner actief erkennen, hoe beter we ook op onszelf en onafhankelijk kunnen zijn. En dat is dus ook precies de reden waarom we met een harmonieuze relatie ook veerkrachtiger kunnen zijn in ons hele leven.
Daarom is het vervolgens belangrijk dat je deze angstsignalen en patronen gaat herkennen in jullie gedrag naar elkaar toe. Dat betekent dat je bereid moet zijn om je eigen ‘harde’ reacties uit te stellen om eerst te zoeken naar de onderliggende boodschap. Dat kun je doen middels empatisch gissen. Hiermee zet je de deur weer open om een veilige verbondenheid te ontwikkelen.