Wantrouwen is troef wanneer we ons onveilig voelen in onze relatie.
- Wat zou mijn partner hiermee bedoelen?
- Is het dan mijn schuld?
- Jij doet dat toch ook?
- Hoe zal ik dit zeggen zonder dat mijn partner zich aangevallen voelt?
- Potverdorie het is weer zover! Laat maar zitten!
Allemaal gedachten die door ons hoofd flitsen…
Voor je het weet zit je samen weer vast in het steekspel van aanval en verdediging.
En moet je het laten betijen om daarna weer op ‘normale’ voet verder te gaan.
Merk je dat jullie het niet meer uitpraten als het weer eens mis is gegaan?
Heb je dat al vaak genoeg geprobeerd en loopt het steeds op een teleurstelling uit?
Omdat:
- jullie de strijd dan opnieuw aangaan?
- je partner amper reageert?
- je partner jou niks gelijkwaardigs teruggeeft?
Toch is napraten ontzettend belangrijk als je er ooit uit wil komen.
Zal niet altijd makkelijk zijn, maar als je het niet (meer) doet dan loopt het sowieso spaak.
Voor het napraten in deze onveilige fase van je relatie zijn 2 factoren essentieel:
1. Responsiviteit
2. Wederkerigheid
Responsiviteit betekent dat je naar elkaar uitreikt en emotioneel ontvankelijk op elkaar reageert. Wederkerigheid betekent dat jouw partner met een soortgelijke positieve actie op jouw positieve actie reageert. Beide moeten zich ontwikkelen, stapje voor stapje.
Waarom zo belangrijk in de onveilige fase?
Emotionele responsiviteit en wederkerigheid zijn altijd belangrijk. Maar als je eenmaal in de veilige fase zit, dan raak je van verbroken momenten niet meer zo overstuur. Dan zoek je er niets meer achter omdat je vertrouwen hersteld is.
In de onveilige fase komt het er veel meer op aan om het goed in te steken. Iedere mislukking voedt je wantrouwen. Jullie drijven verder uit elkaar, en je denkt dat jullie er nooit meer uitkomen.
Toch kun je er wel uitkomen!
Daar moet je in 1e instantie 2 dingen voor doen.
1. Blijf napraten
Ga er (voorlopig) maar van uit dat ruzies, irritaties en dichtklappen nog even onvermijdelijk zijn. Als de emotie van heftigheid of zwijgend blokkeren jou in bezit neemt, dan zul je niet in staat zijn om redelijk te praten. Neutraal waarnemen wat er gebeurt is op zulke momenten zowat uitgesloten.
Als de heftige emoties eenmaal voorbij zijn, dan zijn we blij als we weer tot de orde van de dag over kunnen gaan. Maar bedenk dat het zo niet werkt. De momenten van heftige emoties zullen steeds vaker en langer terugkomen.
Spreek daarom bewust met elkaar af dat je voortaan gaat napraten. Plan hier een kwartiertje voor in bij het avondeten of een ander tijdstip. Als je deze afspraak niet pratend kunt maken, gebruik dan een briefje (of mailtje of appje of sms-je) voor jouw voorstel zoals bijvoorbeeld: “Napraatkwartiertje vanavond om 21.00 uur?”.
2. Praat alleen over je eigen aandeel
Deze is een stuk moeilijker: alleen over je eigen aandeel met elkaar napraten in ik-verklaringen. In de eerste fase zijn deze 2 woorden ‘verboden’:
- jij
- omdat
Wat je doet is voorlopig alleen maar vertellen wat jij deed. Je vertelt dat dan zo dat een vlieg op de muur het kan zien zonder te hoeven raden of invullen.
Bijvoorbeeld: Ik heb dit/dat wel/niet gedaan, ik was mezelf aan het goedpraten, ik was excuses aan het zoeken, ik probeerde jou de schuld te geven, ik nam het mijzelf kwalijk dat ik het vergeten was, ik werd boos en ik begon te schreeuwen, ik was geïrriteerd en liep weg, ik liet het erbij zitten, ik klapte dicht, ik kon niets meer zeggen, ik zweeg want wist het niet meer, ik raakte in paniek, om mezelf af te leiden ging ik TV kijken.
Oefen ermee want het is moeilijker dan je denkt. We zijn zo gewend om verklaringen voor onszelf of voor onze partner te gaan geven. De valkuil hiervan is dat:
- je met het woord ‘omdat’ jezelf gaat rechtvaardigen. En rechtvaardigen is verdedigen. En een verdediging is in principe ook een aanval. Grote kans dat je jouw partner hiermee tot een wederaanval ofwel verdediging oproept.
- je een verborgen jij-verklaring afgeeft waardoor jouw partner zich aangevallen voelt.
Bedenk:
Jij-verklaringen roepen jij-verklaringen op.
Ik-verklaringen roepen ik-verklaringen op.
Hoe vaker je bijvoorbeeld zegt “Jij luistert niet naar mij”, hoe minder kans dat dit gebeurt. Want je partner schiet automatisch in de zelfverdedigingsstand en roept hetzelfde: “Wel waar, maar jij luistert niet naar mij”.
Voordat je partner in staat is om naar jou te luisteren, moet hij of zij eerst zelf ‘gehoord’ worden. Daarna kan je partner pas naar jou luisteren. En andersom geldt dit natuurlijk ook. Een onoplosbare vicieuze cirkel. Want wie gaat eerst?
De positieve wederkerigheid krijgt dus alleen een kans als:
- je napraat (de heftige emotie is er dan van af).
- je dat in ik-verklaringen doet.
Stel dat je zou zeggen “Ik luisterde niet naar jou, ik bleef mijn eigen punten herhalen” (en dan gewoon stil zijn, laat de seconden maar in stilte wegtikken), dan is de kans veel groter dat je partner reageert met “ik luisterde ook niet naar jou”.
Zie je hoe er dan een heel ander gesprek zou kunnen ontstaan?
Houd vol, ook als je partner zegt: “ja dat klopt. Zie je wel dat het jouw schuld is…”. Als je nu ‘terugschiet’ met een jij-verklaring zoals “ja maar jij had ook jouw aandeel”, dan begint het hele circus weer opnieuw.
Kortom: hoe groter het wantrouwen, hoe sneller je je aangevallen voelt. In dit blogartikel kun je verder lezen welke 3 routes je kunt bewandelen en met welke 5 ‘misleidingen’ je rekening moet houden:
Hoe snel voel jij je aangevallen? >>>