“Wat voel jij dan?”
“Hoezo weet je dat niet?”
“Waarom zeg je niks?”
“Wat vind jij er van?”
“Waarom schiet je in de weerstand?”
Zit jij in een situatie met je partner dat dit soort vragen absoluut niet helpt om goed contact te krijgen?
Welk addertje schuilt er dan onder het gras?
Dat is (on)veiligheid…
Ik leg je dit graag uit met de 3 negatieve danspatronen uit mijn Ebook. Lees maar mee en oordeel zelf of je jullie erin herkent.
Fase 1 van het gesprek: zoek de boef
Je bent in gesprek met elkaar en voor je het weet geeft jouw partner ineens tegengas. In plaats van openheid en begrip ontmoet je weerstand en verklaringen die de plank compleet misslaan.
De vragen hierboven werken niet (meer), ze zorgen er juist voor dat je partner zich nog meer verzet.
Een subtiel proces is in gang gezet. Als je nu merkt dat je allebei aan je eigen standpunt vast blijft houden en weigert met de ander mee te bewegen, ben je rijp voor de volgende fase…
Fase 2 van het gesprek: de protestpolka
In deze fase neemt één van beiden afstand. Die trekt zich terug uit het gesprek. Figuurlijk door zichzelf bijvoorbeeld te verdedigen of overal mee in te stemmen. Letterlijk door te zwijgen of weg te gaan.
De vragen van hierboven helpen nu helemaal niet meer. Dat is ‘trekken’. Bij de protestpolka zorgen ze er alleen maar voor dat je partner nog meer blokkeert en zich nog verder terugtrekt.
Fase 3 van het gesprek: verstijf en vlucht
Dit is de fase waarin je het als ‘trekker’ opgeeft om verbinding te krijgen. Je trekt je ook terug. De afstand tussen jullie lijkt nu onoverbrugbaar. Je voelt je allebei ongelukkig en alleen staan.
Hoe vaker het gebeurt dat gesprekken in fase 3 eindigen zonder het goed te maken, hoe meer je hele relatie (inclusief de seksualiteit) op scherp komt te staan. Een stapeleffect dat je moeilijk zomaar ongedaan kunt maken.
Maar… wat gelukkig wel mogelijk is. Als je het maar in de goede volgorde aanpakt.
Waarom je dit soort vragen niet moet stellen aan elkaar
Als deze negatieve gesprekken steeds weer ontstaan, dan werkt het stellen van dergelijke vragen (Wat vind jij dan? Wat voel jij dan? Ben je het wel of niet met me eens?) als een negatieve trigger. Een trigger om juist in de verdediging te schieten of om juist te zwijgen.
Als jij degene bent die het gevoel van je partner naar boven wil halen middels dergelijke vragen, creëer je zelf onveiligheid als:
- je jouw partners antwoorden gaat beoordelen, analyseren of spiegelen
- je jouw partners antwoorden gaat bediscussiëren of bestrijden
- jouw vragen bedoeld zijn om hem of haar een bepaalde kant op te sturen
- jouw vragen bedoeld zijn om het antwoord dat jij al ‘weet’ wilt horen van je partner
- je jouw partner erop gaat vastpinnen (Toen zei je ook…)
Je partner voelt zich dan steeds minder veilig om helemaal vrij te antwoorden…
Zodra je in die positie ook maar enigszins merkt dat je op je hoede bent welk antwoord je moet geven, dan is het hoog tijd om jullie ‘spelletje’ te zien en op tijd te stoppen…